Over de gassen die vrij komen
De vrijkomende gassen zijn blauwzuurgas,
HCN, en stikstofmonoxide,
NO. Het eerste heeft een typische
amandelgeur. Het is snel dodelijk en werd in de Tweede Wereldoorlog ingezet in de gaskamers van het Derde Rijk.
Er zijn nog steeds regimes die niet schromen het in te zetten in conflicten, hoewel het een verboden chemisch wapen is.
Het tweede oxideert aan de lucht snel tot het bruine en ook erg ongezonde
NO2.
Over de eerste vergelijking in de Verklaring
De brutoreactie is een redoxreactie. Kijkend naar een aantal oxidatiegetallen is dat al duidelijk.
Het oxidatiegetal van N in NaNO
2 is af te leiden uit de oxidatiegetallen
van Na
+ en van 2 maal O
2¯ .
Dat is samen 3-. Dus het oxidatiegetal van N is 3+. Het oxidatiegetal van N in NO is af te leiden uit dat van
O
2¯ dus dan is het oxidatiegetal van N 2+. Omdat N kennelijk een elektron
opneemt, is het een oxidator, aannemende dat de oxidatiegetallen van N in KSCN en HCN gelijk blijven.
Scherper gezegd: N is het elektronenopnemende atoom van de oxidator
NaNO
2.
Met de
COHe¯-regels zie je dat als volgt:
C (Centraal atoom kloppend maken) |
NO2¯ |
→ |
NO |
O (O's kloppend maken met H2O) |
NO2¯ |
→ |
NO + H2O |
H (H's kloppend maken met H+) |
NO2¯ + 2 H+ |
→ |
NO + H2O |
e¯ (lading kloppend maken met e¯ ) |
NO2¯ + 2 H+ + e¯ |
→ |
NO + H2O |
Inderdaad: er wordt een elektron opgenomen.
Van Cl, van Na en van K blijven de oxidatiegetallen gelijk. Om de tweede halfvergelijking af te leiden, blijven
zodoende over: SCN¯ voor de pijl en
SO
42- en HCN achter de pijl.
C (Centraal atoom kloppend maken) |
SCN¯ |
→ |
SO42- + HCN |
O (O's kloppend maken met H2O) |
SCN¯ + 4 H2O |
→ |
SO42¯ + HCN |
H (H's kloppend maken met H+) |
SCN¯ + 4 H2O |
→ |
SO42¯ + HCN + 7 H+ |
e¯ (lading kloppend maken met e¯ ) |
SCN¯ + 4 H2O |
→ |
SO42¯ + HCN + 7 H+ + 6 e¯ |
De eerste halfvergelijking wordt met 6 vermenigvuldigd om de e¯ tegen elkaar weg te laten vallen:
6 NO2¯ + 12 H+ + 6 e¯ |
→ |
6 NO + 6 H2O |
SCN¯ + 4 H2O |
→ |
SO42¯ + HCN + 7 H+ + 6 e¯ |
|
6 NO2¯ + 12 H+ + 6 e¯
+ SCN¯ + 4 H2O |
→ |
6 NO + 6 H2O
+ SO42¯ + HCN + 7 H+ + 6 e¯ |
6 NO2¯ + 5 H+ + SCN¯ |
→ |
6 NO + 2 H2O + SO42¯ + HCN |
Aanvullen met de tribune-ionen levert de brutoreactievergelijking van de vorige pagina.
Over de vergelijking in Na afloop van de proef
S
2O
32¯ heet thiosulfaat. Het verschil met gewoon sulfaat
(SO
42¯ )
is dat een O-atoom door een S-atoom is vervangen.
Thio- stamt van het Griekse
theion (θειον) dat zwavel betekent. In de scheikunde betekent thio- meer bijzonder:
vervang een O door een S. Om aan te tonen dat de laatste reactie op de vorige pagina een redoxreactie is moeten de
COHe¯-regels deels aangepast worden tot wat je zou kunnen noemen CSHe¯-regels. De halfvergelijking voor
gewoon sulfaat naar sulfiet luidt:
2e¯ + 2 H
+ + SO
42¯ → SO
32¯ + H
2O
met sulfaat als oxidator. Voor thiosulfaat wordt dit:
2e¯ + 2 H+ + S2O32¯ →
SO32¯ + H2S
met thiosulfaat als oxidator. H
2S is hierin hypothetisch.
Cyanaat is OCN¯. Thiocyanaat is dus SCN¯ . Met cyanaat luidt de halfvergelijking:
H
2O + CN¯ → OCN¯ + 2 H
+ + 2e¯ ;
met thiocyanaat wordt de halfvergelijking:
H2S + CN¯ →
SCN¯ + 2 H+ + 2e¯ met cyanide (CN¯ ) als reductor.
Het rood optellen levert:
CN¯ + S2O3¯ →
SCN¯ + SO32¯
Maar het rood is ook te vereenvoudigen tot:
S2O32¯ → SO32¯ + S
en
S + CN¯ → SCN¯ waarmee het redoxkarakter weg is en het op
S-overdracht neerkomt.
Kan dat zomaar? Ja, dan moeten de oxidatiegetallen gelijk blijven. Dat lukt als je de extra S als S° ziet,
zoals hieronder. S met 3 strepen (elke streep stelt een e-paar voor):