Proef 45 Fehlings test. |
februari 2013
|
Benodigde chemicaliën en spullen: |
![]() Fehling A en B zijn klaar. | |
Ged. water (H2O): | 100 mL | |
Kopersulfaat (CuSO4·5H2O): | 3,466 gram | |
Kaliumnatriumtartraat (KNaC4H4O6·4H2O): |
17,1 gram | |
Natriumhydroxide (NaOH): | 5 gram | |
Gewone suiker (sucrose): | 1,0 gram | |
Druivensuiker (glucose): | 1,0 gram | |
Vruchtensuiker (fructose): | 1,0 gram | |
Bekerglazen ca. 100 mL: | 3 | |
Flesjes 50 mL: | 2 | |
Inleiding: |
![]() Testresultaat na ruim 5 minuten. |
Verklaring:
Suikers hebben reducerende eigenschappen afhankelijk van hun interne structuur. Om Fehling te laten werken is
er een aldehydegroep (
![]() 2 Cu2+ + R-CHO + 4 OH¯ →
Cu2O (s) + R-COOH + 2 H2O
Het neerslag van koper(I)oxide is roodbruin, hetgeen je ziet als na een nacht de oranje suspensie roodbruin
is uitgezakt.Niet elke suiker heeft zo'n aldehydegroep. In gewone suiker bijvoorbeeld is deze gebruikt bij de koppeling tussen glucose met fructose. Daarom reageert sucrose niet op Fehlings reagens. Met koud water werkt e.e.a. ook, maar veel trager. |
Nadere beschouwingen van de M.S.De vergelijkingEen aldehydegroep (-CHO, d.w.z.![]() R-CHO + H2O → R-COOH + 2 H+ + 2 e¯
De CHO-groep staat elektronen af en is dus een reductor. (Zie ook Binas, tabel 48: het omgekeerde van de
halfvergelijking bij +0,06.)Cu2+ is de oxidator: het neemt een elektron op en wordt Cu+ in Cu2O, met als halfvergelijking
2 Cu2+ + H2O + 2 e- → Cu2O + 2 H+
Tel je de beide halfvergelijkingen op krijg je:
R-CHO + 2 H2O + 2 Cu2+ → R-COOH + 4 H+ + Cu2O
De 4 H+-ionen worden gebonden door de OH¯-ionen in het basische Fehling B en je krijgt de
vergelijking die bij de verklaring staat.
Waar zit de aldehydegroep?De open structuur van glucose ziet er zo uit:![]() ![]() ![]() |