Deze proef lijkt een beetje op
proef 37.
Doe in een (stevige) reageerbuis 1 mL zoutzuur, 4 mL water en een druppel indicatoroplossing, bijvoorbeeld
fenolftaleïne, methylrood, lakmoes of (broom)thymolblauw. Schud en klem daarna de buis in de statiefklem. Voeg
dan 8 mL wasbenzine of lampolie toe.
Haal met het pincet een stuk natrium uit het potje. Leg het op het schoteltje of horlogeglas. Snijd er een klein
stukje af van ongeveer een halve cm bij een halve cm bij een halve cm. Doe de rest van het brokje natrium terug
in het potje zodat het weer goed onder de olie in het potje staat. Sluit het potje en berg het op. Pak met
het pincet het stukje natrium en rol het over een vel kurkdroog keukenpapier.
Uitvoering van de proef:
Wasbenzine en vooral natrium zijn erg brandbaar.
Mocht er iets in brand vliegen, dan is blussen met water niet mogelijk. Gebruik dan zand, of
laat het gecontroleerd uitbranden. Maar als je normaal werkt, zal er waarschijnlijk niets gebeuren. Wel is het
belangrijk dat de reageerbuis grondig is gereinigd. Als het natrium zou komen vast te zitten, kan het tot
plaatselijke verhitting komen. Daarom verdient het voorkeur een hittebestendige reageerbuis van bijvoorbeeld Duran
te gebruiken. Houd de roerstaaf bij de hand om vastzittend natrium een duwtje te geven.
Constateer allereerst dat water en benzine of olie zich niet vermengen: de benzine blijft drijven op het water.
Pak met het pincet het stukje natrium en laat het zó in de reageerbuis vallen dat het niet het glas raakt.
Het natrium zakt door de benzine in het water. Er komen belletjes vanaf; het natrium schiet wat omhoog.
Dan daalt het weer tot in het water, en alles herhaalt zich. Dit gaat door tot het natrium op is. Het water
is inmiddels verkleurd, van zuur naar basisch, naar gelang de gebruikte indicator(s).