Proef 55 Naalden van zwavelkristallen. |
maart 2013 |
Benodigde chemicaliën en spullen: |
![]() Zwavel wordt opgelost. | |
Kleurloze lampolie (CnH2n+2): | 25 mL | |
Zwavelbloem (S8): | 1,0 gram | |
Wasbenzine (CmH2m+2): | p.m., zie tekst | |
Erlenmeyer: | ca. 50 mL. | |
Roerstaaf | ||
Thermometer tot 250°C. | ||
Vergrootglas: | optioneel | |
Blusdeken of bak met bluszand of poederblusser. | ||
Voorbereiding: |
![]() Zwavel: links amorf, rechts gekristalliseerd. |
Verklaring: Zwavel is oplosbaar in hete olie, maar niet in koude, en evenmin in koude wasbenzine. (Probeer het niet in warme wasbenzine, dat is uiterst brandgevaarlijk tot zelfs explosief!) De schijnbaar amorfe (d.w.z. structuurloze) zwavelbloem lost op, maar vormt bij het neerslaan grotere kristallen en is dan duidelijk niet meer amorf. Na afloop van de proef: De gevormde zwavel kan weer gebruikt worden voor andere experimenten. De resten met olie en/of wasbenzine moeten als zodanig geëtiketteerde stoffen naar de milieustraat. |