Proef 66 Knalschuim. |
juni 2013
|
Benodigde chemicaliën en spullen: |
De opstelling schematisch. | |
Ged. water (H2O): | 120 mL | |
Natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO3): | ||
Badschuim of afwasmiddel: | ca 1 mL | |
Koolstaaf- (C) of platina-elektrode (Pt): | 1 | |
Koperdraadelektrode (Cu) (of Pt): | 1 | |
Erlenmeyer 100 mL: | 1 | |
Stop met gaten: | 1 | |
Glasbuis: | 1 | |
Plastic beker 100 mL: | 1 | |
Batterij 9 V (of DC oplader): | 1 | |
Draden met krokodillenklemmen: | 2 | |
Houten satéprikker of stokje: | 1 | |
Voorbereiding: |
![]() ...een vlammetje erbij... |
Uitvoering van de proef:
Sluit de stroomdraden aan de batterij aan. De draad die naar het koper leidt, aan de minpool (kathode),
en die vanaf het koolstof/platina aan de pluspool (anode). Nu ontstaan belletjes in de erlenmeyer en even
later bubbelt het ook in de beker. Dat leidt tot schuimbellen in en op de beker. Steek een satéprikker aan en raak met de vlam het gevormde schuim. Met een flinke knal is het schuim in één keer weg. Er vormt zich nieuw schuim, en ook dat knalt weg met de brandende prikker. Als je genoeg hebt geknald, maak je de draden los, en het schuimen houdt op. Verklaring: Het opgeloste natriumwaterstofcarbonaat maakt water geleidend. De stroom die door het water loopt, zorgt dat aan de anode zuurstof ontstaat en aan de kathode waterstof:
2 H2O (l) → 2 H2 (g) + O2 (g)
|
Nadere beschouwingen van de M.S.
|