Proef 78 Magnetiet. |
november 2013
|
Benodigde chemicaliën en spullen: |
Spullen in het huislab. | |
Ged. water (H2O): | ca 6 mL | |
IJzer(III)cloride (FeCl3·6H2O): | 0,250 g | |
IJzer(II)sulfaat (FeSO4·7H2O): | 0,128 g | |
Ammonia 3,5% (2 M NH3): | 4 mL | |
Zoutzuur 7,06% (2 M HCl): | 4 mL | |
Reageerbuisjes: | 2 | |
Bekerglaasje 50 à 100 mL, druppelpipet. | ||
Sterke magneet (neodynium-, of uit fietsdynamo). | ||
Voorbereiding: |
Verklaring:
Ammonia is een waterige oplossing van ammoniakgas. Doordat ammoniak een base is, bevat ammonia OH¯-ionen. Die reageren met de ijzer(II)- en ijzer(III)ionen volgens de reactievergelijking:
Magnetisme is een eigenschap die vele stoffen hebben, maar bij slechts weinige
komt het in het dagelijks leven tot zichtbare uiting. Je ziet het pas als deeltjes in een kristalrooster zó
geordend zijn dat hun magnetische polen dezelfde richting hebben of krijgen. Dat dit kan in ijzer, weet je doordat magneten ijzer
aantrekken. De magneet veroorzaakt dat de ijzeratomen in dezelfde richting gaan liggen. Bij gemagnetiseerd
staal blijven zij daarna zo liggen: het staal is zelf een magneet geworden. Dit alles gebeurt alleen als het
kristalrooster daarvoor
geschikt is. In roestvrij staal bijvoorbeeld zijn er andere stoffen (deeltjes) aanwezig die een kristalrooster veroorzaken dat
niet gevoelig is voor magneten. Deze ijzerlegering wordt daarom niet aangetrokken. Ook gewoon
roestbruin ijzeroxide Fe2O3
heeft een kristalstructuur die geen magnetische eigenschappen vertoont.
Sterke magneten maken kan van ijzer (staal), maar vooral van neodynium (Nd). Grote magneten daarvan zijn
erg gevaarlijk want als je er met je vingers tussen komt....
Zoals je weer met een magneet kunt aantonen, zijn de zwarte, afgefiltreerde en gedroogde korreltjes van magnetiet.
Ze zijn niet van ijzer want ze geleiden elektriciteit niet of nauwelijks.
Na afloop van de proef:
De restanten gaan met water door de gootsteen nadat 4 mL zoutzuur ter neutralisatie is toegevoegd.